Gezondheidsproblemen

A: Benoem welke gezondheidsproblemen gepaard kunnen gaan met het ouder worden bij mensen met een verstandelijke beperking:

• depressies
• dementie
• slechthorendheid
•  visuele beperking
• diabetes
• slikproblemen
• psychiatrische problemen

 

B, Bij welke ouder wordende clienten is de kans groter dat ze mogelijk met een depressie te maken hebben?

Er zijn twee groepen mensen met groter kans op een depressie, mensen met het syndroom van Down en mensen met Alzheimer

 

C,  Op welke symptomen moet je letten bij de ouder wordende als het om depressie gaat?

Een depressie wordt vaak niet gezien, de depressie kan zich uiten door verergering van gedrag dat al langer aanwezig is. Andere symptomen die kunnen wijzen op depressie zijn, verlies van interesse in zichzelf en in de omgeving.

 

D, Waarom is het belangrijk om het gehoor van de ouder wordende client te testen?

Gehoor problemen kunnen effect hebben op het algemeen functioneren. Daarom is het belangrijk dat gehoorproblemen zo vroeg mogelijk te signaleren. Er wordt geadviseerd om vanaf de 50 jaar regelmatig te testen.

 

E, Wat zijn signalen die erop wijzen dat een ouder wordende client niet zo goe meer ziet?

• Vaak struikelen of botsen tegen voorwerpen of mensen
• Handen worden gebruikt om voorwerpen te herkennen

 

F, Voor mantelzorgers en begeleiders is diabetes een extra zorg, noem een aantal manieren waarop je er voor kunt zorgen dat iemand zich zo goed mogelijk aan het dieet houdt.

• Voor mantelzorgers en begeleiders moet duidelijk zijn wat iemand mag hebben
• Gezonde keuzes geven
• dieet zo leuk mogelijk maken
• Light producten aanbieden
• eenduidig beleid

G, Het behouden van de regie van de ouder wordende client is belangrijk, kun je als het om voeding gaat de regie bij de klant leggen?

Nee, mensen moeten zieken inzicht hebben. Er zijn te veel factoren die van invloed kunnen zijn op de diabetes. Bijvoorbeeld het meten van glucose en inname van medicatie.

 

H, Wat kan een slikprobleem veroorzaken bij een oudere met een verstandelijke beperking?

• Langzaam eten
• weinig eetlust
• longproblemen
• regelmatig koorts

 

I, Bij de bron Slikproblemen. Als het om slikproblemen gaat waar zou jij op letten als je clienten helpt met eten?

• Laat je naaste rechtop zitten als ze iets eet of drinkt, liefst met haar hoofd iets naar voren;
• Geef haar een laag kopje, beker of glas. Het gebruik van een tuitbeker of rietje bij slikstoornissen is geen goed idee. Hierdoor komt de slok erg snel binnen en neemt de kans op verslikken juist toe. Er zijn wel aangepaste schuine drinkbekers verkrijgbaar, waarmee je naaste haar hoofd tijdens het drinken tot de laatste slok rechtop kan blijven houden;
• Let er op dat je naaste kleine hapjes of slokjes neemt, en niet te snel achter elkaar;
• Geef als je je naaste voert het eten niet te 'hoog' aan: wanneer ze haar hoofd achterover kantelt, schiet het eten of drinken sneller de luchtpijp in;
• Breng het eten in de mond met lichte druk op de tong. Dit maakt een hap beter voelbaar en stimuleert het slikken;
• Raadpleeg eventueel een logopedist, die kauw- en slikbewegingen kan behandelen of advies kan geven om het slikken anders en beter te laten verlopen
• Pas het voedsel aan
• Door aanpassingen aan het eten van je naaste kun je het slikken wat gemakkelijker voor haar maken.
• Vermijd korrelig of droog eten, pudding of soep met vulling (stukjes groente, vermicelli, balletjes);
• Snijd de korsten van brood en gebruik smeerbaar beleg;
• Snijd het eten klein, maar niet al te fijn;
• Meng als je naaste alleen nog gemalen voedsel kan eten, niet alles door elkaar. Pureer de onderdelen van de maaltijd afzonderlijk, om zo de verschillende smaken te behouden;
• Pureer vlees zelf met veel jus of saus met behulp van een staafmixer. Dit geeft een smakelijker resultaat;
• Gebruik appelmoes, vla, yoghurt of een speciale slikgel om medicijnen in te nemen, in plaats van water. Controleer bij de apotheek of de medicijnen met melkproducten ingenomen mogen worden. De apotheek kan je ook adviseren over het gebruik van een slikgel.

J, Wanneer zou je een arts waarschuwen als het gaat om slikproblemen?

 

K, Beschrijf in je eigen woorden de problemen die Elly heeft gehad en nu ervaart.

• Druk in haar hoofd
• Financieele problemen
• Makkelijk beïnvloedbaar waardoor ze in contact kwam met de verkeerde mensen

L, Wat doet de begeleiding voor Elly?

Medicatie afgeven. samen een sigaretje roken een 2e moeder zijn.

M, Waar draait de begeleiding om volgens jou om?

Dagelijkse ondersteuning bieden door het helpen met de medicatie, Financien, doornemen van de post , maar ook een luisterend oor zijn.

N, Wat zijn naast het begeleiden zaken die belangrijk zijn als het gaat om mensen met een verstandelijke beperking en in dit geval een psychiatrische stoornis?

Goed in beeld hebben waar de hulpvraag ligt.

 

 

 

 

Breng in beeld wat de risicofactoren zijn

 

A, Benoem de risicofactoren waar je alert op moet zijn bij ouders wordende clienten

• Eenzaamheid
• Mondzorg
• Vallen
• Communicatieproblemen
• (on) gezonde voeding
• Te weinig beweging

B, Waarom is mondzorg bij mensen met een verstandelijke beperking een extra aandachtspunt?

De kaakmotoriek is vaak beperkt of zwak. Er is meer kans op tandvleesontsteking en tandbederf.

C, Welke problemen kunnen zich voordoen als er van tandsteen sprake is?

• Tandplak en gaatjes
• Tandplak is een wit-gelig laagje dat je moeilijk kunt zien. Het ontstaat op én tussen de tanden en kiezen en op de overgang naar het tandvlees. In tandplak zitten bacteriën. Die bacteriën zetten koolhydraten, zoals suiker en zetmeel uit voeding en dranken, in de mond om in zuren. Die zuren veroorzaken gaatjes (cariës) in het gebit.

D, Wat is het gevaar van gaatjes en tandvleesontstekingen voor ouderen met een verstandelijke beperking?

Gezond tandvlees is roze, ligt strak om de tanden en kiezen heen en bloedt niet als de tanden gepoetst worden. Rood, gezwollen of bloedend tandvlees duidt meestal op ontstoken tandvlees. Als u de tandplak op en tussen de tanden niet goed verwijdert, zorgen de bacteriën in de tandplak ervoor dat het tandvlees ontstoken raakt. Niet verwijderde tandplak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich makkelijk weer nieuwe tandplak. Zo raakt het tandvlees steeds meer ontstoken. De ontsteking kan zelfs het daaronder gelegen kaakbot aantasten. Ernstige tandvleesproblemen kunnen leiden tot het verlies van tanden en kiezen.

Gaatjes en tandvleesontstekingen zijn infectieziekten met zowel gevolgen voor de mondgezondheid als de algemene gezondheid

E, Een van de risicofactoren waar ouderen mee te maken krijgen is de kans op vallen. Er is een valrisico-inventarisatielijst ontwikkeld.

 

F, Benoem de risico's waar door de kans op vallen groter is bij deze persoon

Door de sedeerde medicatie, ze onderschat haar fysieke mogelijkheden, ze heeft een gezichtsbeperking, ze is matig verstandelijk beperkt

G, Schrijf op wat je kunt doen als preventiemaatregel

Actief bewegen, omgeving veiliger maken, geneesmiddelencheck doen, ogen checken, voorlichting geven aan familie, stevige schoenen, gezonde voeding, valanalyse invullen.

H, Onderzoek of je de preventiemaatregelen kunt uitvoeren of ondersteunen. Doe dit in overleg met je docent en met de organisatie

Ze kan een bewegingsprogramma volgen, de geneesmiddelencheck uitlaten voeren door de arts, kijken wat er veranderd kan wordne in de medicatie.

 

Gezonde leefstijl

A, Beschrijf welke elementen zorgen voor een gezonde leefstijl

• Gezond eten
• Voldoende beweging
• Lekker in je vel zitten
• Goed balans tussen inspanning en ontspanning

B, Omschrijf voor je zelf wat jij gezonde voeding vindt.

Gezonde voeding bestaat voor ons uit gevarieerd eten. We variëren met voeding uit de schijf van vijf. Voor ons zijn groente, fruit en broodvervangers als havermout voorbeelden van gezonde voeding.

C, Waar zit jij in de voedselzandloper met je eetgedrag?

Gekeken naar de voedselzandloper zijn kunnen wij moeilijk aangeven waar we zitten. We eten gevarieerd

D, Wat zou jij aan je eetgedrag kunnen veranderen?

Wij zijn tevreden over ons eetgedrag

E, Hoe komt het dat de oudere mens met een verstandelijke beperking meer dan normaal een verhoogd lichaamsgewicht, diabetes en meer kans op hart- en vaatziekten heeft?

Doordat ze lichamelijk minder actief zijn en hierdoor minder kracht en uithoudingsvermogen hebben.

F, Wat is de reden dat ze in het onderzoek aangeven dat (gedrag)medicatie zo veel mogelijk verminderd moet worden?

Ze worden hierdoor suf waardoor ze minder actief zijn.

G, Wat is volgens jou belangrijk als het gaat om bewegen bij mensen met een licht verstandelijke beperking, matig verstandelijke beperking en ernstige verstandelijke beperking?